Hoe je een dashcam vast aansluit

Het vast bedraden van een dashcam op uw zekeringkast is een veelvoorkomende installatiemethode. Deze blog geeft u eenvoudig te volgen instructies om uw dashcam vast te bedraden. Lees meer over hoe u uw dashcam kunt instellen met een vastbedradingsset.

Wat betekent het om een ​​dashcam vast aan te sluiten?

Hardwiring is een veelvoorkomende installatiemethode onder dashcamgebruikers over de hele wereld. Met een hardwire-kit hoeft u uw dashcam niet meer aan te sluiten op de 12V-aansluiting van uw auto. Hardwiring-kits kunnen worden geïnstalleerd door uw dashcam rechtstreeks aan te sluiten op uw zekeringkast, waardoor deze een constante stroom krijgt zonder dat de ontsteking hoeft te worden ingeschakeld.

Wat zijn de voordelen van het vast aansluiten van mijn dashcam op mijn voertuig?

Een hardwire kit is niet essentieel voor gebruik met een dashcam, maar veel automobilisten geven er de voorkeur aan vanwege het nette kabelbeheer wanneer deze correct is bedraad. Een hardwire kit kan ook extra functies bieden (afhankelijk van de specificaties van de dashcam). Bijvoorbeeld, een Road Angel dashcam die is bedraad, biedt toegang tot extra functies, waaronder de parkeermodus en de wintermodus.

Stappen voor het vast aansluiten van een dashcam

  1. Zoek de zekeringkast van uw auto, deze bevindt zich vaak in de auto of in de motorruimte. Verwijder voorzichtig de afdekking om de zekeringhouders te onthullen.
  2. Volg de handleiding van uw voertuig om de juiste zekeringsleuf te vinden die voldoende stroom levert voor de dashcam. Sommige zekeringsloten zijn ontworpen om alleen stroom te leveren wanneer het contact van het voertuig is ingeschakeld.
  3. Meestal bevatten hardwire kits 3 draden (constante zekering, ontstekingsgestuurde zekering en aarde) die op de zekeringkast moeten worden aangesloten. U moet bepalen welke van de kabels voor welk doel is (u kunt dit waarschijnlijk vinden op de documentatie bij de hardwire kit).
  4. De constante zekering zorgt ervoor dat het apparaat een constante stroomtoevoer krijgt, zodat het kan werken zonder dat het contact aan hoeft te staan.
  5. De ontstekingsgestuurde zekering levert alleen stroom als het contact is ingeschakeld. De twee kabels die stroom leveren, moeten worden afgestemd op zekeringssleuven die al dan niet afhankelijk zijn van het contact (bijv. een constante stroomkabel moet worden aangesloten op een zekeringssleuf die stroom levert als het contact is uitgeschakeld).
  6. De metalen grond moet worden bevestigd aan een metalen bout of schroef in het voertuig. Dit wordt bereikt door de bout/schroef los te draaien, de connector onder de bout te schuiven en weer vast te draaien.